Doelstelling:
Na het volgen van deze 4 daagse schoudercursus…
• is de fysiotherapeut bekend met de theoretische achtergronden en praktische mogelijkheden van de best mogelijke
conservatieve aanpak (het onderzoeken, behandelen en begeleiden) van patiënten met aspecifieke en mild specifieke
schouderpijn, gebaseerd op de beste en meest recente wetenschappelijke onderbouwing van voldoende kwaliteit
• beschikt de cursist over ruim voldoende basiskennis- en vaardigheden om te mogen (en te kunnen) participeren binnen één
van de regionale schoudernetwerken in Nederland die ressorteren onder – en zich daarom dienen te houden aan - de
toelatingseisen van SchouderNetwerken Nederland (SNN). Deze cursus geldt als één van de verplichte meerdaagse
schoudercursussen in Nederland om te mogen toetreden tot SchouderNetwerken Nederland
(https://www.schoudernetwerk.nl/compacte-informatie-over-cursussen-en-congressen/)
• begrijpt de cursist waarom de klassieke pijnprovocatietesten – ook wel ‘special shouldertests’ genoemd – geen validerende
waarde meer hebben maar nog slechts excluderende waarde bij een negatieve uitkomst
• beschikt de cursist over de belangrijkste vaardigheden - zoals de Combined Reductiontest en de gedupliceerde
circumductie- en deviatiebeweging - om symptomen – komende vanuit de schoudergordel - te reduceren
• is de cursist in staat om een behandelplan met SMART geformuleerde doelstellingen op te stellen voor patiënten met
aspecifieke en mild-specifieke schouderpijn
• kan de patiënt hierbij gebruik maken van de oefenvideo’s uit Hoofdstuk 18 van Extremiteiten op www.fysio.net en ze met de
juiste instructies versturen naar zijn patiënten via Huiswerkoefeningen.nl, MijnZorgApp of Physitrack (met toestemming van
BSL)
• is de cursist in staat om algemene en lokale herstelbelemmerende factoren te herkennen dan wel op te sporen
• is de cursist-fysiotherapeut in staat om lokale herstelbelemmerende factoren in de zin van hypomobiliteit op te heffen door
middel van mobilisatietechnieken
• is de cursist-manueeltherapeut in staat om lokale herstelbelemmerende factoren in de zin van hypomobiliteit op te heffen
door middel van HVT-technieken met kennis over de contra-indicaties en heeft de cursist-fysiotherapeut van deze
mogelijkheid kennis genomen
• is de cursist in staat – met enige aanpassingen - zijn eigen schouderprotocol voor aspecifieke en mild specifieke
schouderpijn op te stellen waarmee hij maatwerk kan leveren binnen zijn eigen praktijk
• is de cursist in staat om zijn eigen schoudernetwerk op te richten (met verdere aanwijzingen op www.schoudernetwerk.nl)
• is de cursist gestimuleerd om samen met enkele medecursisten of oud cursisten een oefengroepje te starten waarin de
opgedane kennis kan worden besproken en de vaardigheden kunnen worden geoefend in een mini-kliniek-setting
Deze cursus heeft betrekking op verreweg de meeste schouderpatiënten in de eerste lijn (± 90%). Zij hebben veel meer baat bij conservatieve aanpak, mits uitgevoerd door een deskundige fysiotherapeut, kinesitherapeut of manueeltherapeut. Dergelijke schouderpijn is niet of nauwelijks met medische beeldvorming vast te stellen. Veel anatomische afwijkingen of schade op foto’s, MRI of echo blijken asymptomatisch (Teunis et al.,2014)
Het geven van corticosteroïd-injecties is daarom – en vanwege de schadelijke gevolgen op lange termijn – meer en meer verschoven naar het tweede plan (diverse richtlijnen). Ook operatief ingrijpen – zelfs bij patiënten in de eerste lijn met specifieke schouderpijn (± 9%), zoals full-thickness cuffrupturen – wordt bij voorkeur voorafgegaan door deskundige conservatieve aanpak en voldoende geduld (gazonmetafoor).
Bij het diagnosticeren wordt gebruik gemaakt van reductietesten en functionele handelingen waarop vervolgens de oefentherapie wordt gebaseerd. De door de auteurs ontwikkelde ‘Combined Reduction Test’ en geleid actieve circumductie- en deviatiebeweging staan hierbij in deze cursus centraal. Met ruime aandacht voor het klinisch redeneerproces en het (weer actuele!) MDBB-model, de herstelbeïnvloedende contextuele factoren, de emmermetafoor, protocolprofielen en het Common Sense Model.
Pijnprovocatietesten worden sinds 2016 (Jeremy Lewis, Chris Littlewood) vermeden. Ze hebben nog wel excluderende waarde bij een negatieve uitkomst. Slechts de apprehension (vrees+pijn) – relocation (reductie) – release (pijn)test cluster heeft als schouderpijnprovocatietest validerende waarde (bij ventrale instabiliteit in de HSMI).
Voorwaardenscheppende manuele therapie in enge zin of mobiliseren van – bijvoorbeeld -hypomobiliteit in de cervicothoracale regio en hoge rib-wervelverbindingen dient vooraf te gaan aan het effectief oefenen. Dit wordt uitgebreid gedemonstreerd en geoefend in de praktijk. Ook de hoogcervicale- en thoracale regio komen aan bod
Oefeningen dienen 7 dagen in de week te leiden tot effectieve prikkeling van de verschillende bindweefselstructuren in herstel. Met aandacht voor de kinetische keten en excentrisch oefenen (Ann Cools, Jo Gibson). Ook dit wordt uitgebreid geoefend en gedemonstreerd in de praktijk, inclusief XCO-training door (uitvinder) Jan Hermans
De nieuwste inzichten met betrekking tot schade en herstelprocessen van het menselijk bindweefsel (Jeroen Alessie, Karl Jacobs, Jan Jaap de Morree), de invloed van stress en de relatie tussen pijn en het brein (Jo Nijs, Joke Vollebregt, Annemarieke Fleming) worden gepresenteerd
De ’24-uur regel’, tensegrity principes, ‘new anatomy’, de continuïteit van het myofasciale bindweefsel, het excentrisch testen hiervan, extensieve duurtraining, de aanmaak van mitochondriën en ontspanningsoefeningen spelen hierbij een belangrijke rol
Het volgen van deze cursus geldt voor de meeste schoudernetwerken als voorwaarde om toe te mogen treden. Zie de website van Schoudernetwerken Nederland (schoudernetwerk.nl).
Dag 1 en 2
• Ingrediënten en onderbouwing voor het Egmond-Schuitemaker protocol bij aspecifieke en mild specifieke schouderpijn
• Subacromiaal Pijn Syndroom (SAPS) anno nu
• Descriptieve en functionele anatomie - HSMI (Humero Scapular Motion Interface) + New Anatomy (myofasciale
bindweefselplatenmodel + MCDAS)
• Praktijk – inspectie, onderzoek & behandeling schouder / Cwk,Twk en ribben / elleboog, pols, hand & vingers (geleid actief
concentrisch en excentrisch circumductie- en deviatiebeweging ? reductietesten)
Dag 3 en 4
• Epidemiologie, wetenschappelijke studies en klinimetrie
• Praktijk – schouderinstabiliteit / SAPS / een andere visie op schoudertesten
• Specifieke schouderpijn en Frozen shoulder anno nu
• Praktijk – scapulothoracaal, AC en SC
• Schade, herstel en training myofasciale bindweefselplaten (inclusief XCO-training)
• Praktijk – oefentherapie bij aspecifieke en mild specifieke schouderpijn
• Eventueel patiëntdemonstratie
Verhouding theorie – praktijk 55% - 45%
De cursus wordt georganiseerd i.s.m. fysiolearning.nl
Studiemateriaal:
- Reader
- De docent maakt gebruik van een Powerpointpresentatie
- Diverse artikelen en de hand-outs van de presentatie zijn te downloaden in uw eigen profiel als u ingelogd bent op de website: www.fysiolearning.nl
Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het boek: Extremiteiten (+ wervelkolom, bekken en kaak), voor de fysiotherapeut, kinesitherapeut en manueeltherapeut, 12e druk Egmond, Schuitemaker, BSL Houten 2019 Het wordt aanbevolen dit boek aan te schaffen, maar het is niet verplicht. Het boek is te bestellen bij www.bsl.nl/extremiteiten.
10 en 11 januari 2024 en 16 en 17 januari 2024 (Open)
Woensdag 10 januari 2024 10.00 -18.00 uur
Donderdag 11 januari 2024 9.00 uur - 17.00 uur
Dinsdag 16 januari 2024 10.00 - 18.00 uur
Woensdag 17 januari 2024 9.00 - 17.00 uur
Fysiotherapeuten, Manueeltherapeuten, Sportfysiotherapeuten
Radboud Universiteit Nijmegen Studiecentrum Soeterbeeck
Elleboogstraat 2
5371 LL Ravenstein
www.ru.nl/soeterbeeck
501589
33 voor vakinhoudelijk algemeen, of manueel therapie of sportfysiotherapie
6 uur voorbereidingstijd
27 contacturen
Accreditatie
33 punten – Algemeen Fysiotherapeut, Geen register, Manueeltherapeut, Sportfysiotherapeut, KNGF-KRF Keurmerk