Het was in 1998 dat collega Henk Mohr in Nederland het KISS concept op een cursus introduceerde, nadat hij hiermee kennis had gemaakt op een artsencongres in het Deense Kolding, eerder in 1994.
In 2001 richtte Mohr met collega Peter Theunissen en beide ondergetekenden de Nederlandse tak van de European Workgroup for Manual Medicine (EWMM) op. Momenteel bestaat deze werkgroep uit 7 leden en fungeert zij voornamelijk als cursusprovider. Echter, de werkgroep wil de manueel therapeutische behandelmethode van zuigelingen met een hoogcervicale functiestoornis (HCFS) ook een evidence based fundament geven.
Dit achten de werkgroepleden van essentieel belang omdat in de literatuur, de diagnostiek en behandeling bij deze doelgroep tot nu toe nauwelijks is beschreven. Dit onderzoek is maatschappelijke relevant gezien de grote aantallen zuigelingen die jaarlijks door collegae manueel therapeuten uit het register worden behandeld (van 2006 t/m 2014 zijn ruim 68.000 zuigelingen behandeld met in totaal meer dan 220.000 behandelingen)(1). Deze gegevens worden door de EWMM bijgehouden in een database en waarschijnlijk zijn de geregistreerde aantallen nog aan de lage kant.
De EWMM heeft zodoende de verantwoording op zich genomen om de behandeling van zuigelingen wetenschappelijk te onderbouwen. Dit is geen geringe inspanning daar er naar deze behandelvorm nauwelijks wetenschappelijk onderzoek is verricht. Er is in het verleden door Heiner Biedermann en Lutz Koch wel wat longitudinaal effect onderzoek verricht doch dat voldoet niet aan de huidige methodologische standaard. Hierdoor lag de uitdaging bij de EWMM om een hedendaagse vertaalslag te maken naar een wetenschappelijke onderbouwing van de kinder-manueeltherapeutische behandeling van de asymmetrische zuigeling met een hoogcervicale functiestoornis (HCFS).
Hierin werken we in drie stappen:
Uiteindelijk is onze doelstelling dat simpelweg op het consultatiebureau gedurende de eerste drie maanden de mobiliteit van de nek van de zuigeling mee wordt gewogen bij de algemene beoordeling van de zuigelingen. Indien er een vermoeden is op een functiestoornis dient men voor onderzoek te verwijzen naar een kinder-manueeltherapeut.